A. Vermeulen
Op basis van de uitspraak van de Ereraad van het NVV weten we het volgende over Vermeulen:
Vermeulen was in April 1939 benoemd tot assistent van de secretaris van de Nederlandse Vakcentrale (NVC), het toenmalige neutrale vakverbond. Hij woonde als zodanig de vergaderingen van het bestuur bij, bezat echter geen stemrecht en nam in de regel niet aan de beraadslagingen deel. Het lag in de bedoeling dat hij te zijner tijd secretaris Berghuys zou opvolgen. De voorzitter van de NVC, H. M. Roos, stond niet bekend als nationaalsocialist, maar had waarschijnlijk toen al sympathieën in die richting. In het bestuur van de NVC had hij verscheidene geestverwanten. Anderen stonden echter scherp tegenover hem.
Fusie NVC met NVV
Onmiddellijk na de capitulatie ondernam Roos pogingen om de gehele vakbeweging onder zijn leiding te concentreren. Deze pogingen liepen echter op niets uit. Onmiddellijk na de instelling van het Commissariaat-Woudenberg over het NVV, kwam het tot een bespreking van het bestuur van de NVC met Mussert. Het doel van de besprekingen was de oprichting van één Nederlands Arbeidsfront onder theoretische leiding van Mussert en praktische leiding van Roos, waarbij Woudenberg dan op de achtergrond zou worden geschoven. De Bestuursraad van de NVC besloot op 3 Augustus 1940 fusiebesprekingen met het NVV te openen. De fusie met het NVV kwam tot stand onder de druk van de omstandigheden, maar zonder rechtstreekse dwang van Duitse zijde.
Sociaal-Economische Afdeling
Bij gelegenheid van de fusie werd aan Vermeulen een functie aangeboden als bestuurder van de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond. Vermeulen weigerde deze benoeming, waarop hij geplaatst werd op de Sociaal-Economische Afdeling van het NVV. Daar klom hij snel op tot leider van de afdeling. In zijn nieuwe functie trad Vermeulen naar buiten bij de bekendmaking van nieuwe maatregelen op sociaal gebied, zoals voor de radio, de dagblad- en vakpers en door afzonderlijke publicaties, welke laatste door Woudenberg van een inleiding werden voorzien. Een voorbeeld is het boekje over ‘Plaatsing van Nederlandse arbeiders in Duitsland’. Hoewel de samenwerking met de nationaalsocialistische leiders van het NVV zeer nauw was, waren er ook conflicten. Met de Duitse autoriteiten, met wie Vermeulen in aanraking kwam, schijnt de verhouding hartelijker te zijn geweest.
Collaboratie versus illegaal contact
Al snel was Vermeulen de enige die als niet-nationaalsocialist een verantwoordelijke positie bij het NVV bekleedde. Hij onthield zich van uitlatingen in nationaalsocialistische richting. Enige malen werden hem hoge ambtelijke functies aangeboden, met name die van Gemachtigde van de Arbeid, maar deze aanbiedingen heeft hij steeds afgeslagen. Ook gaf hij bij tijd en wijle aan ontslag te willen nemen, maar anderen weerhielden hem hiervan. Volgens de Ereraad van het NVV, die na de bevrijding werd ingesteld, probeerde hij in zijn werk op sociaaleconomisch gebied aan te sluiten bij beleid van vóór 1940. Ook was de Ereraad van mening dat hij zodoende te sterke Duitse invloed op het terrein van de sociale maatregelen wist te weren. Aan ontslagen bestuurders verschafte hij de nodige inlichtingen over hetgeen bij het NVV werd voorbereid. Ook oud-voorzitter Kupers kwam met Vermeulen in contact. Tussen hen beiden ontstond een goede verhouding. Vanaf de herfst van 1941 nam Vermeulen regelmatig aan illegale overleg deel.
Ontslag
In Januari 1942 werd Vermeulen op de hoogte gebracht van de plannen om het NVV om te vormen tot een Arbeidsfront. Hij verklaarde zich daar tegen en nam zijn ontslag, hetgeen na een hevig conflict geaccepteerd werd. Vermeulen bracht een groep bestuurders, die sinds november 1940 illegaal contact onderhielden, op de hoogte. Gezamenlijk beraamden zij plannen om de resterende NVV-bestuurders en bloc te laten weigeren. Hierdoor ging slechts een betrekkelijk klein deel van het vroegere NVV in het NAF over. Later nam Vermeulen deel aan de illegale besprekingen onder leiding van het vroegere Dagelijks Bestuur van het NVV. Bovendien zou hij op grote schaal andere illegale werkzaamheden hebben verricht, vooral op het gebied van falsificaties maar ook met betrekking tot het onderhouden van verbindingen met Engeland, de uitgave van ‘Paraat’ en het vervoeren van bonkaarten.
Uitspraak van de Ereraad
Vermeulen kreeg een lijst in handen met de namen van ongeveer 1500 personen, die gevaar liepen als gijzelaar te worden gearresteerd. Hij waarschuwde hen op tijd waardoor hij zelf gevaar liep. Mede op grond hiervan, heeft de Ereraad van het NVV besloten Vermeulen niet te royeren. Hier de overweging: ‘Ontkend kan niet worden, dat men in brede kring aanstoot heeft genomen aan Vermeulens optreden in de jaren 1940 tot 1942 als medewerker, later leider van de Sociaal-Economische Afdeling van het NVV […], welker nationaalsocialistisch karakter met de dag duidelijker werd. Hoewel de Raad niet daaraan alleen gewicht mag hechten […] acht hij niettemin de nadelen van Vermeulens optreden zeer groot en betreurt hij het, dat deze daartoe is gekomen.’
Dat Vermeulen zich heeft aangesloten bij hen die zich tegen de nieuwe leiding verzetten en hij in dat verzet een belangrijke rol vervulde pleitte voor hem. Zonder zijn medewerking zou het contact van de oppositie veel minder effectief zijn geweest. Ook woog voor de Raad het Illegale werk ten behoeve van de vakbeweging en daarbuiten heel zwaar. De Raad sprak daarom geen afkeurend oordeel uit over het gedrag van Vermeulen. Ondanks het feit dat hij tot 1942 onder leiding van Woudenberg werkte.