Meer afbeeldingen
Evert Kupers (1885-1965)
Voorzitter van het NVV van 1928 tot 1940 en van 1945 tot 1949
Evert Kupers begon als 13 jarige als leerling-kleermaker in Groningen, waar hij vanaf 1907 secretaris-penningmeester, redacteur en voorzitter van de Bond in de Kledingindustrie was. Naast zijn lokale vakbondswerk was hij actief in de internationale vakbeweging. In 1915 kwam hij in het NVV-bestuur en in 1928 koos het Nederlands Verbond van Vakverenigingen hem als voorzitter. Als NVV voorzitter was hij lid van de Tweede Kamer voor de SDAP en na de Tweede Wereldoorlog voor de PvdA. Kort na de Duitse inval werd Kupers op 16 juli 1940 ontslagen. Na zijn ontslag wist hij arrestatie te voorkomen en zette hij illegaal zijn vakbonds werkzaamheden voort.
Kupers voerde illegaal overleg met (oud)-bestuurders van het NVV en de confessionele vakcentrales. De NSB-er H.J. Woudenberg, aangewezen als hoofd van het NVV, waarschuwde Kupers dat hij met deze activiteiten moest stoppen. Vanaf januari 1941 was Kupers van mening dat NVV-bestuurders de bond moesten verlaten. Tijdens de Februaristaking arresteerde de bezetter Kupers op verdenking van betrokkenheid. Na twaalf dagen werd hij vrijgelaten. In april 1941 kreeg hij een spreekverbod. Van D.U. Stikker, directeur van de Heineken Brouwerij, kreeg Kupers middelen om het vakbondswerk voort te kunnen zetten. Dit geld werd bekend onder de naam Kupers-fonds.
In mei 1942 was Kupers één van de vooraanstaande Nederlanders die de Duitsers wilden arresteren en als gijzelaar in Sint Michielsgestel vastzetten. Hij ontsnapte echter aan arrestatie. Eind 1942 was Kupers met RKWV-voorzitter A.C. de Bruijn betrokken bij een poging om een Arbeidsfront naar Duits model te voorkomen. De gesprekken met de bezetter liepen op niets uit. Wel kwam in mei 1943 een Reglement van Samenwerking tussen NVV, RKWV en het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) tot stand. Dit zou later uitmonden in de Raad van Vakcentralen.
Kupers was nauw betrokken bij de totstandkoming van een permanente samenwerking tussen vakbeweging en werkgevers in een Stichting van de Arbeid. De vakbeweging kreeg zo een ruime vertegenwoordiging in officiële economische lichamen ter advisering van de regering. In april 1944 was Kupers betrokken bij het opzetten van het illegale blad Paraat dat zich op voormalige SDAP-ers richtte. Uit het Kupers-Fonds verschafte hij de eerste gelden. In maart 1945 werden Kupers en G. Joustra van de Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel gearresteerd. Zij kwamen vrij toen de bevrijders in april voor Apeldoorn stonden en de Duitsers wegtrokken. Kupers slaagde erin naar het bevrijde Eindhoven te komen, waar hij de leiding van het heropgerichte NVV op zich nam.
Voor meer informatie zie: www.iisg.nl/bwsa