Opening website 'Vakbeweging in de oorlog' door Agnes Jongerius
24 oktober 2009
Zaterdag 24 oktober jl. opende FNV-voorzitter Agnes Jongerius de website www.vakbewegingindeoorlog.nl. De site toont documenten, foto's en herinneringen over de vakbeweging ten tijde van de bezetting en biedt inzicht in de dilemma's waar men toen voor stond.
Speech Agnes Jongerius bij opening website: Vakbeweging in de oorlog.
Al ben ik voorzitter van de FNV, en ook nog historicus, toch moet ik eerlijk opbiechten, dat ik deze periode van onze vakbondsgeschiedenis maar oppervlakkig ken. Zoals denk ik, zoveel mensen. Ik ben dan ook blij met het initiatief van deze website. Die bedoeld is om de bronnen hierover voor een breder publiek toegankelijk te maken, en aan te vullen.
Op basis van de bestaande bronnen is al wel het nodige bekend over de positie van de landelijke centrales tijdens de oorlog. We hebben het zo even nog gehoord: De vakbeweging werd onder Duitse leiding gesteld. Het NVV was het eerste doelwit, als grootste vakcentrale en (volgens de Duitsers) marxistische organisatie. In 1940 al werden tientallen bestuurders ontslagen. Toen de bezetter het RKWV en het CNV een jaar later ook wilde gelijkschakelen, liepen de confessionele bonden leeg. Maar ook aan NVV zijde hebben de meeste leden hun lidmaatschap opgezegd.
De vakcentrales hebben zelf, vlak na de oorlog, uiteraard het een en ander opgetekend. Deels was dat een verslag van gebeurtenissen, deels ook verdediging van de houding die tijdens de oorlog is ingenomen. De meeste bestuurders, voor zover ze de oorlog hadden overleefd, konden het werk weer oppakken.
Historici zijn er pas later aan te pas gekomen. En ook de verhalen die zij schreven, zijn fragmentarisch, vaak een hoofdstukje in een groter geheel.
In hoeverre klopt het algemene beeld over de rol van vakbonden in oorlogstijd? Welke nieuwe feiten kunnen er nog worden opgespoord, en tot welke nieuwe inzichten zal dat leiden in onze tijd? De geschiedschrijving heeft nog heel wat werk te verzetten.
Want, hoe zat het precies met de afwegingen die leden en leiding van de vakbeweging maakten? Voor welke problemen zag men zich geplaatst? En vooral: hoe zat het met de leden op lokaal niveau?
Ik ga ervan uit dat veel vakbondsmensen in die tijd naar beste weten handelden. Of dat achteraf gezien de juiste keuze was, of de enige mogelijkheid?
Achteraf is het makkelijk oordelen: onze collega’s van toen hadden dit moeten doen en ze hadden dat moeten vermijden. Als de algemeen secretaris van het NVV tijdig met de kas naar Engeland was vertrokken, wat het plan was, dan was hij niet gearresteerd en in Dachau vermoord.
Maar stel je jezelf voor in die situatie: het is mei 1940. Je hebt net 10 jaar crisis en werkloosheid achter de kiezen, de werklozen stromen toe, je hebt de verantwoordelijkheid voor hun uitkeringen, doek je dan je bond op?
De basis voor de verzorgingsstaat was nog maar kort voor de oorlog gelegd. Daar had de vakbeweging zich lang voor ingespannen. De vakbeweging had een begin van medezeggenschap veroverd in raden en commissies. De Duitse bezetter voegt er nog een ziekenfondsbesluit aan toe. Ga je dan van de ene dag op de andere je organisatie ontmantelen?
Een bezetting, daar had niemand ervaring mee. Ja, men kende de verhalen van de buitenlandse zusterorganisaties. Maar kon men zich werkelijk een voorstelling maken wat er zou gebeuren? Hoe een bezetting voor de Nederlandse situatie zou gaan uitpakken? Rijkscommissaris Seyss-Inquart liet weten dat het werk gewoon door kon gaan….
Dat waren afwegingen aan de top. Maar hoe keken de leden daar tegenaan? En, hoe overleefden ze. Hier hebben we nog veel te weinig beeld van. Het is natuurlijk bekend dat er, zodra het zuiden bevrijd was, in 1944, meteen nieuwe vakbonden van de grond kwamen. Vooral aan de basis leefde een sterk verlangen naar meer eenheid in de vakbeweging, een wens om de oude verzuilde structuren te overstijgen. Dat was zo in de mijnstreek, maar ook in Twente.
Toch werden de oude structuren snel hersteld. Tijdens de oorlog is ook de basis gelegd voor verdere samenwerking tussen de verzuilde vakorganisaties.
Kennis van de geschiedenis wordt altijd gekleurd door interpretatie. We kijken naar het verleden door een beslagen bril, beslagen met de emoties en wijsheid of de waan van de dag.
Onderwerp van discussie is ook, wat je eigenlijk van geschiedenis kunt leren. Kun je eigenlijk wel wat van de geschiedenis leren? Of zijn de omstandigheden in elk periode zo anders en uniek, dat er geen parallellen zijn te trekken? Niemand daalt twee keer af in dezelfde rivier. (Heraclitus)
Toch ben ik ervan overtuigd dat gefundeerde kennis van de geschiedenis ons kan helpen bij het zoeken naar antwoorden op actuele vraagstukken. Zoals ik ook geloof dat positieve voorbeelden uit het verleden ook een bron van inspiratie kunnen zijn bij ons handelen nu.
Vragen stellen is één ding. Om die te kunnen beantwoorden, om het beeld dat wij nu hebben van deze beladen periode uit onze geschiedenis, te kunnen aanvullen, bijstellen en verhelderen, daar zijn meer bronnen voor nodig.
Uiteraard is er in het begin van de oorlog veel administratie weggegooid, of verstopt. Gelukkig maar, voor de veiligheid van de vakbondsleden toen. Lastig voor historici: goede documentatie is nu schaars. Ik nodig iedereen uit om hier bronnen aan toe te voegen.
Daar wil de website die ik nu in werking ga stellen, een platform voor bieden. Stuur maar op.